Venapunctie

Venapunctie is het aanprikken (punctie) van een ader (vena) met een holle naald. Voor het afnemen van bloed worden meestal vacuümbuizen gebruikt die een nauwkeurig bepaald vacuum hebben, daardoor kan een vaste hoeveelheid bloed opgezogen worden. Aan deze buizen kunnen stoffen toegevoegd zijn zodat het bloed niet stolt. Uit deze buizen worden in het lab plasma of bloedcellen geïsoleerd voor verder analyse. Er zijn ook buizen die geen toevoegingen hebben zodat het bloed stolt.

Bloedafname

De meeste venapuncties vinden plaats in de elleboogplooi. Ook kan er bloed afgenomen worden uit uit aderen van de onderarm, voet of het hoofd.

Het is belangrijk de procedure van bloedafname verregaand te standaardiseren. Immers, men wil de testuitslagen kunnen vergelijken met vorige uitslagen en met de referentiewaarde van de gezonde bevolking.

De normaalwaarde (of referentiewaarde) is in de geneeskunde meestal niet een waarde, maar eeninterval, waarbinnen bij een bepaald onderzoek de uitkomst van dat onderzoek 'hoort te vallen'.

De normaalwaarde wordt nu in het algemeen zo gedefinieerd dat 95% van de onderzochte, gezonde mensen binnen de referentiegrenzen blijven.

Dit houdt dus in dat men zelfs bij een gezond mens 5% kans heeft bij een willekeurige bepaling een afwijkende uitslag te vinden, en dat als men 20 bepalingen doet - in moderne ziekenhuizen als routine zeker niet ongebruikelijk - de kans is dat er tenminste 1 bij zit die abnormaal is de 100% begint te naderen (1-0,9520). Interpretatie van een bij toeval gevonden verhoogde waarde moet dus met voorzichtigheid geschieden. Een toevallig gevonden lichte verhoging van een bepaling die geen relatie heeft met de ziekte waaraan wordt gedacht heeft heel vaak geen betekenis.

Vraag zelf bloedonderzoek aan op test je gezondheid.

uitslag binnen
24
uur
online